De zandwegen langs het Oranjekanaal zijn zo oud als het Oranjekanaal zelf: ruim 160 jaar. Er werd met karren op gereden, maar sneller was het vervoer over water. Behalve als met tegenwind het kanaal niet te bezeilen was. In dat geval had de schipper pech en moest hij een scheepsjager inhuren, met of zonder paard. De zandwegen werden dan als jaagpad gebruikt.

Hylke Speerstra tekende de herinneringen op van Jan Huisman (1898) uit Smilde.

"Als je Hijken neemt, een boerengehucht aan het Oranjekanaal, daar had je veel jagers.  Al die kleine boertjes loerden op een buitenkans. Ze brachten je voor een daalder naar Smilde. De Drentse boeren langs het kanaal zagen met één oog naar hun magere land en met het andere oog naar het kanaal. De schipper had de treklijn, de boer uiteraard het paard.

Vaak was het de gewoonte dat de scheepsjager op de plaats van bestemming of onderweg de warme maaltijd met de schippersfamilie mee-at. Daarna sprong de man op zijn paard en reed erop terug, weer of geen weer, op zoek naar een nieuwe klant. En de schipper probeerde verder te komen onder zeil, of hij stak het petroleumlampje aan in het achteronder, omdat het genoeg voor die dag was geweest".

Uit: Hylke Speerstra: De voorbije vloot. Verhalen en herinneringen van de laatste echte schippers, Amsterdam 2001
De foto komt uit: Drenthe toen en nu. Varen en vaarten